Het koken van een ei met zout maakt het eiwit steviger omdat het zout helpt de eiwitten in het eiwit te laten stollen.
Als je zout aan water toevoegt, lost het op in natrium- en chloride-ionen. Deze ionen reageren met de eiwitten in het eiwit, waardoor ze een strakker netwerk vormen en minder snel uit het ei lekken. Het resultaat is een harder gekookt ei met een steviger eiwit.
Het koken van een ei met zout kan helpen om de eierschaal makkelijker te pellen. Het zout reageert met het calcium in de eierschaal en vormt een zwak zuur. Dit zuur lost het calciumcarbonaat in de schaal op, waardoor deze makkelijker te pellen is.
Je moet een ei met zout koken omdat zout voorkomt dat het ei aan de pan blijft plakken en het beter laat smaken. Het is ook een goede manier om smaak aan je eieren toe te voegen.