Om sjalotten te kweken heb je nodig: sjalottenzaadjes, een pot, aarde en water. 1. Begin met het planten van de sjalottenzaadjes in een pot. De diepte van het zaadje moet ongeveer twee keer zo diep zijn als de lengte van het zaadje. 2. Bedek de zaden met aarde en maak ze stevig vast, zodat ze in contact staan met de aarde. 3. Geef grondig water en houd de grond vochtig maar niet nat totdat de zaden ontkiemen. De kieming zal binnen twee tot drie weken plaatsvinden. 4. Zodra de ontkieming heeft plaatsgevonden, vermindert u het water geven tot één of twee keer per week, afhankelijk van de weersomstandigheden en de grootte van de pot. Te veel water kan de bollen voortijdig doen rotten. 5.
Er zijn een paar verschillende manieren om sjalotten te kweken. Je kunt ze in de grond planten, of in potten. Als je besluit ze in de grond te planten, zorg er dan voor dat de grond goed gedraineerd is en volle zon krijgt. Als je besluit ze in potten te planten, zorg er dan voor dat de grond vruchtbaar is en goed draineert.
Er zijn een paar dingen die u moet doen om succesvol sjalotten te kweken. Ten eerste moet u een sjalottenbol kopen. Dan moet je een pot of bak vinden die minstens zes centimeter diep is. Vul de pot met rijke, zanderige grond en zorg ervoor dat de grond goed gedraineerd is. Plaats de sjalottenbol in de grond met de punt naar boven en bedek hem met een centimeter grond. Geef goed water en houd de grond vochtig maar niet nat. De top van de bol moet net zichtbaar zijn boven het grondoppervlak. Het ontkiemen van sjalotten duurt ongeveer vier tot zes weken.
Sjalotten kunnen worden gekweekt uit zaad of uit plantjes. Om uit zaad te kweken, plant u de zaden op een zonnige plek en geeft u regelmatig water. Het duurt ongeveer vier maanden om te ontkiemen en nog eens twee maanden om de grootte van de oogst te bereiken. Voor de teelt uit setjes plant u de setjes 4-6 cm uit elkaar en 1 cm diep in goed drainerende grond. Geef regelmatig water en wacht ongeveer vier weken tot ze beginnen te groeien. Beide methoden van sjalotten kweken leveren een oogst op die in de late zomer of vroege herfst kan worden geoogst.
Sjalotten kunnen worden gekweekt uit zaad of uit sets (teentjes). Om sjalotten uit zaad te kweken, zaai je ze in het voorjaar na de laatste vorst. De beste manier om dit te doen is door ze te planten in een groef die ongeveer 1/4-inch diep is. Zet de zaden ongeveer 1 inch uit elkaar en bedek ze met aarde. Houd de grond vochtig tot de zaden ontkiemen. Het ontkiemen van sjalotten duurt 2 tot 4 weken. Om sjalotten uit setjes te kweken, koop je gewoon wat setjes sjalotten in je plaatselijke tuincentrum en plant je ze in het voorjaar na de laatste vorst.