Abrikozen zijn rijp als ze een diep oranje kleur hebben en een licht zoete geur. Abrikozen kunnen vers of gedroogd worden gegeten, of verwerkt in jam en taart. Ze zijn een goede bron van vitamine A en kalium.
Abrikozen zijn rijp als ze een diep oranje kleur hebben en een beetje meegeven als je er met je vinger op drukt. Abrikozen die nog groen of geelachtig van kleur zijn, zijn nog niet rijp en zullen niet zo zoet smaken als de volledig rijpe vruchten. Rijpe abrikozen kunnen enkele dagen op kamertemperatuur worden bewaard, of ze kunnen worden ingevroren voor later gebruik.
Abrikozen kunnen gegeten worden als ze nog hard zijn, maar ze zullen zuur zijn. De beste tijd om abrikozen te eten is wanneer ze zacht zijn en een bruinige kleur hebben.